De grondstoffen, de garensoort, de weeftechniek en de nabehandeling waarmee meubelstoffen worden gemaakt, zijn bepalend voor de kwaliteit, de eigenschappen en onderhoudsvoorschriften.
Als grondstof voor de garens worden natuurlijke vezels (wol, zijde, linnen, katoen, …) en synthetische vezels (polyester, acryl, viscose (halfsynthetisch) …) gebruikt.
Wollen garens worden gesponnen uit de geschoren vacht van het schaap. Enkel wol van levende gezonde schapen mag als scheerwol worden verwerkt.
In het algemeen hebben wollen meubelstoffen een goede slijtweerstand, een goed vochtopnemend vermogen en zijn ze weinig gevoelig voor elektrostatische oplading.
Wol is veerkrachtig heeft een goed kreukherstellend vermogen.
De vuilafstotende eigenschappen van wol zijn algemeen bekend. Dat komt doordat de wolvezel beschermd wordt door een natuurlijk waslaagje, Lanoline.
Wollen meubelstoffen kunnen in het begin enigszins pluizen. Dit pluizen (= overtollig wolvezel) houdt vanzelf na enige tijd op. Dit heeft geen negatieve invloed op de slijtweerstand.
Hierbij gaat het om natuurlijke plantaardige vezels. Behalve een goede slijtweerstand hebben katoenen, linnen of viscose meubelstoffen een goed vochtopnemend vermogen en zijn ze weinig gevoelig voor elektrostatische oplading. Ze worden wel sneller vuil dan bv. wol. De elasticiteit van de vezels is laag waardoor deze stoffen gemakkelijker kreuken. De kleur- en lichtechtheid is slechts matig.
Geheel synthetische vezels hebben in het algemeen een zeer goede slijtweerstand. Ze laten zich gemakkelijk verven en hebben een hoge graad van kleurechtheid. Ze zijn ook goed kreukherstellend. Ze hebben evenwel een gering vochtopnemend vermogen en zijn gevoelig voor elektrostatische oplading. Hierdoor zijn ze vetklevend en vuilaantrekkend waardoor ze vrij gemakkelijk vergrauwen. Ze zijn ook gevoelig aan pilling.
Dit is de verzamelnaam voor stoffen die geheel worden vervaardigd uit microfibers van polyester en polyether. Deze microvezels (ruim 200 keer dunner dan wolvezels) worden niet gesponnen en geweven maar door een vernuftig scheikundig proces met elkaar verbonden. Daarom spreekt men ook van “non-wovens”. Een bekend voorbeeld is Alcantara.
Deze stoffen hebben een bijzonder rijke en zachte touché. Ze zijn ook eenvoudig te reinigen en hebben een hoge lichtechtheid.